Een geweldige Museum Railsafari
1e dag
Zaterdag 9 april ben ik begonnen aan de 2 daagse railsafari georganiseerd door Jeroen Mooij van Stichting Holland Spoor – Roestrijden.
Er waren verschillende opstappunten, te beginnen in Amersfoort vanaf 8.15 uur.
De volgende stop was Amsterdam Centraal met vertrek om 8.58 uur van perron 14a.
Daar ben ik ingestapt en ontmoette ik tot mijn, maar ook hun verrassing, ons lid van de MVW, Arjan met zijn vrouw Nienke.
De trein die ons vervoerde was voor deze speciale safari de ingehuurde driedelige gele Museum diesel de DE-3 151.
Onze volgende bestemming was Station Hoorn, waar we even een korte stop maakten waarna we doorgingen naar Enkhuizen. Daar stapten we uit en gedurende 24 minuten konden we kennis maken met onze reisgenoten 73 in totaal, waaronder de heer en mevrouw Beijnes, beiden eind tachtig en nazaten van de fameuze Beijnes fabriek oorspronkelijk uit Haarlem, waar veel trams en treinen zijn gemaakt. Ondanks hun hoge leeftijd hebben ze er zelf zeer van genoten. Op het perron een heerlijk zonnetje. Dat was alvast een goed vooruitzicht voor de komende dag.
Vandaar naar Hoorn waar we de SHM bezochten, stoomlocomotief de Arend bekeken die daar onder behandeling is en voorts alles wat in de hal en daarbuiten allemaal te bezichtigen was.
Daar trof ik ook Ron aan, die gewapend met zijn camera, alles voor de eeuwigheid probeerde vast te leggen.
Na een beetje rondgelopen en gekeken te hebben en ik genoten heb van koffie met appeltaart, vertrokken wij om 11.56 uur via Heerhugowaard naar Station Haarlem- Spaarnwoude, waar twee museumbussen ons naar het NZH museum brachten.
In het museum en aangrenzende hal konden we al het materiaal van het museum en de in aanbouw zijnde Nieuwe Blauwe Tram bekijken en inspecteren. Buitengewoon interessant en we konden zelf constateren dat de bouwers al een eind gevorderd waren.
Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om mijzelf als trambestuurder op de foto vast te laten leggen.
Na dit bezoek weer met de museumbussen terug naar het station, waar we om 14.51 uur aankwamen op het station in afwachting van onze diesel-3. Deze was gedurende ons bezoek doorgereden naar Amsterdam om daar te wachten.
Op Station Spaarnwoude hebben nog nooit op zaterdag zoveel passagiers staan wachten, daar keken overige passagiers erg van op. “Hier nog nooit zoveel grijsharigen gezien die op een trein staan te wachten”, vertelde een passagier.
Op naar onze volgende bestemming Station Holland Spoor in Den Haag, waar drie historische trams, type PCC, ons meenamen naar het Haags Tram Museum.
Een oud trambestuurder was onze gids. Hij vertelde enthousiast en trots zijn verhaal met allerlei anekdotes, o.a. waarom er twee hooggespannen leren lijnen links en rechts in de tram hingen, die alleen de conducteur mocht bedienen, welke signalen die konden geven door er aan trekken en waarvoor dat diende. Toen ik hem vertelde dat Amsterdam maar een zo’n treklijn had en dat de wijze waarop die gebruikt werd anders was, gaf hij als antwoord, dat hij die methode hoogst stom vond.
Hij vertelde ook dat de buitenlijners, naar Voorburg, Leiden en Delft, twee pantografen hadden. Dat was nodig als er over een beweegbare brug gereden moest worden. In die tijd hadden bruggen geen bovenleiding, dus op de brug geen stroom. Door gebruik te maken van twee pantografen kon die hindernis zonder veel moeite genomen worden. De eerste pantograaf kwam zonder stroom en de tweede kwam zonder stroom als de eerste pantograaf weer onder de draad kwam. Handig bedacht.
Toen ik hem vertelde dat Amsterdamse trams een sleepbeugel hadden en dientengevolge nogal eens stil stonden op de brug, zei hij nogmaals uit volle overtuiging, zie je wel dat ze daar stom zijn geweest. Ik vond wel dat hij een beetje gelijk had.
Daarna de rondrit met de drie PPC’s door het centrum van Den Haag, waarna we weer bij Station Holland Spoor werden afgezet voor onze volgende bestemming.
Om 16.54 uur vertrokken wij naar de in Rotterdam gevestigde SSN (Stoom Stichting Nederland) Hier konden we zwarte mastodonten bekijken. Kant en klaar en in onderhoud.
Geweldige klussen waar veel, bijna verloren, kennis voor nodig is.
Dat probleem komt bij meerdere musea voor. Er wordt veel moeite gedaan om jongeren hiervoor te interesseren. Als dat lukt blijkt dat over te gaan in enthousiasme.
Om 18.00 uur stonden twee regionale museum bussen van de RTM klaar om ons naar onze eindbestemming van die dag Ouddorp op de Zuid-Hollandse eilanden te brengen, waar we zouden overnachten. Zo’n lange rit in een volle streekbus met veel zitplaatsen die dicht op elkaar staan is niet bepaald een genoegen.
Maar het buffet-diner had een hoog gehalte, echt een viersterren diner en dat maakte alles weer goed.
Na het diner op naar de Stichting v/h RTM. Voorheen Rotterdamsche Tramweg Maatschappij.
Na eerst het museum van binnen bekeken te hebben, volgde de rit om 21.30 uur met de stoomtrein en zes houten volgrijtuigen die er weer als nieuw uitzagen..
Bij Port Zeelande stopten we, het was al helemaal donker, om iedereen uit te laten stappen en zo de gelegenheid te geven de trein in volle vaart te zien passeren met veel vuurvonken en verlichte wagons.
Tot genoegen van ons allen werd dit spektakel tot wel drie maal herhaald.
Het gevolg was dat het geheel nogal uit liep en we pas na 24.00 uur weer in ons hotel aankwamen en na ruim 17 uur in touw geweest te zijn, voldaan konden gaan slapen.
De eerste dag zat erop.
2e dag
Zondag de tweede dag, na een overvloedig 4 sterren ontbijt, vertrokken wij om 10.30 uur, wederom met de twee streekbussen naar Rotterdam, Hillegersberg, om daar naar het museum van Romeo (Rotterdams Openbaar Museum en Exploitatie) te gaan.
Omdat ik niet weer moeilijk wilde zitten, ben ik na het ontbijt in de lounge gaan zitten met koffie en het AD-dagblad van zaterdag. Zo kon ik de bussen zien aankomen. Dat leidde ook tot het gewenste resultaat. Na aankomst van de twee bussen heb ik mij direct naar de eerste bus begeven, waar ik tot mijn tevredenheid op de eerste bank plaats kon nemen en mijn benen lekker kon strekken, waardoor dit een plezierige rit werd.
In het museum werden wij om 11.30 uur hartelijk ontvangen met koffie.
Wat een geweldig museum. Zestig trams, een metrostel en wat bussen. Het grootste deel van de bussen staat niet in het museum, maar elders in Rotterdam.
Zo’n prachtige buitengewoon grote hal, daar kunnen ze in Amsterdam echt jaloers op zijn.
Dat hebben ze zeker ook te danken aan de prettige samenwerking met de Gemeente Rotterdam, die in tegenstelling tot de Gemeente Amsterdam, terecht waarde hecht aan het industrieel erfgoed van de stad Rotterdam, evenals in Den Haag.
Daar kan de Gemeente Amsterdam nog buitengewoon veel van leren.
Nadat iedereen zich had kunnen vergapen aan zoveel moois, begaven wij ons naar de twee gereedstaande dubbelgelede trams en begaven wij ons op weg.
Omdat tegelijkertijd de marathon van Rotterdam werd gehouden, was het centrum van Rotterdam voor ons helaas een taboe.
Maar het werd toch een prachtige rondrit met gids die ons uitgebreid vertelde over alles wat interessant zou kunnen zijn voor ons.
Na veel kleine hindernissen, alles wat met de marathon te maken had kreeg voorrang, werden wij afgezet aan de achterkant van het Centraal Station.
Hier stond onze goede oude diesel-3 al langs het perron op ons te wachten.
In de trein konden we ons tegoed doen aan broodjes knakworst, diverse drankjes en andere versnaperingen. Daar werd goed gebruik van gemaakt, je moest gewoon in de rij staan.
Om 13.46 uur reden we uit Rotterdam naar Amsterdam, waar we een bijzondere entree mochten ervaren. Want waar kwamen we uit? Bij de centrale werkplaats van tram en metro. We reden met de diesel-3 het GVB terrein op waar we ontvangen werden door GVB medewerkers die dit ook een unieke gebeurtenis vonden. Een NS-personentrein op de GVB rails is daar nog nooit voorgekomen.
We verlieten onze trein, kwamen op een provisorisch perron en daar werd een groepsfoto genomen met het GVB terrein op de achtergrond.
We werden uitgenodigd om richting de centrale werkplaats te gaan, waarbij wij via de trap over het hele terrein liepen en de gelegenheid kregen om mooie foto’s te maken met zicht over het hele terrein. Vanaf deze overgang kan je prachtige foto’s nemen met werkplaats en opstelterrein voor zowel tram als metro.
Onder aan de trap stonden een gele en grijze dubbelgelede museumtram op ons te wachten voor een rit door Amsterdam.
Uiteindelijk werden we bij het Centraal Station afgezet en kon iedereen verder naar zijn huisadres.
De mensen die in de ochtend met de trein vanuit Amersfoort waren gekomen konden ook weer met de diesel-3 terug naar Amersfoort.
Deze tweedaagse goed georganiseerde railsafari is georganiseerd door Jeroen Mooij van Stichting Holland Spoor – Roestrijden.
We hebben er met z’n allen zeer van genoten.
Hans Gerhards
Waarschuwing; bovenstaande tekst kan ironische gedeeltes bevatten.